Niet álles komt goed – en misschien is dat maar goed ook

Er zijn een hoop dingen die ik niet meer weet
over jou, en mezelf. 
Sinds je weg bent 
gaan er steeds vaker dagen voorbij die ik niet kan navertellen.
Verbrand je nog steeds je lippen aan je koffie? En
wat zei je blik al die keren dat je me toefluisterde
dat het wel goed zou komen, terwijl -
stiekem wist je de waarheid allang.
Steeds vaker schrok je wakker van
de realiteit die onder je ogen kwam;
niet álles komt goed - en misschien is dat maar goed ook.

Ik denk nog vaak terug aan vroeger -
hoe ik als kind alles dacht te weten.
Ironisch eigenlijk, hoe des te ouder je wordt,
des te meer je komt te weten dat je niet alles kan weten.
Enkel kan vergeten
waar het echt om draait -
ik vat het al een tijdje niet.
Sinds je weg bent
kent mijn brein het verschil tussen gedachten en gebeurtenissen niet.
Daarom blijf ik maar aan je denken -
ik weet ook wel dat gedachten geen feiten zijn
maar dat maakt ze nog niet minder echt.

Ik ben even wispelturig in het verkeer als in de liefde -
daarom heb ik nog steeds mijn rijbewijs niet gehaald
en vice versa.
Mijn rijinstructeur vertelt mij vaak:
Er gaat een moment komen dat je dit niet meer kan navertellen
als je niet stopt met dagdromen.
Ik zeg ‘sorry’ en
‘er zijn wel meer dingen die ik niet meer te weten zal komen.’

Want sinds kort sta ik enkel nog op met schaamte en
andere kwetsbaarheden, zoals mijn vrijheid en
wrede nieuwsberichten over andermans gebrek daaraan
tonen tegenwoordig mijn privilege aan.
Twee keer scrollen later wordt geadverteerd met matrassen
die zouden passen bij mijn hoogstpersoonlijke slaapgedrag.
Ik wil Auping bellen dat ik überhaupt niet meer slaap tegenwoordig.
Flikker op met je Auping nights, better days,
de dagen worden niet beter -
jullie zouden beter moeten weten.

In plaats daarvan besloot ik vanavond jou te bellen -
dat deed ik anders nooit.
Ik zette je op de luidspreker, zachtjes vroeg je wat er was. 
Ik zei: ‘Er is niks, maar alles is me gewoon even te veel.
De wereld, haar zwaarte en hoe mooi ik haar vind.
Alsof ze op mij rust, terwijl het natuurlijk andersom is;
ik rust op haar en juist dat houdt me wakker. 
Dus, zeg eens eerlijk; ik wilde je het al een tijdje vragen, maar 
heeft het nog zin om me zorgen te maken?’
Je probeerde je groot te houden, dat kon ik horen aan je stem. 
Je zei: ‘Ik weet niet of je het al wist, maar
niet álles komt goed - en misschien is dat maar goed ook.’


Verboeiend + Blog design by labinastudio.